Het project OntwikkelWijs – een zijstapje

Vandaag kwam ik het hieronder opgenomen artikel tegen waarbij de inhoud me uit het hart gegrepen is. Ik hoop van harte dat hier nu eens breed en fundamenteel in het basisonderwijs over wordt gesproken en dat er eerlijk gereflecteerd wordt op de effectiviteit van het huidige (reken-)onderwijs.

Titel van het artikel is:
Breuken moeilijk? Welnee, elk kind kan het, met een stapsgewijze les.

Ik zeg dit natuurlijk al jaren. Heel veel mensen hebben echter geen idee dat dit achter hun gevoel van ‘ik kan niet of niet goed rekenen” zit. Dat, als rekenen je niet vanzelf afgaat, dit nogal eens komt omdat het je op de basisschool niet goed is aangeleerd. Er wordt gewerkt aan onthouden en tot op zekere hoogte begrijpen (soms door trucjes toe te passen). Maar er wordt onvoldoende gericht en veelal niet gedifferentieerd geoefend. En als de rekenvaardigheden dan door training vervolgens niet of niet goed zijn ingeslepen, ontstaat niet het gevoel van competentie, maar juist van falen, het niet kunnen en het niet leuk vinden…Dat is dus ook het geval bij sommigen van onze jongeren in het project OntwikkelWijs. En soms ook bij ons…. Voor mij is het een van de belangrijkste redenen om in het project OntwikkelWijs blijvend een bijdrage te leveren aan het versterken van de leervaardigheden van de thuiszittende jongeren.

Het artikel komt uit dagblad Trouw van vandaag:
Breuken moeilijk? Welnee, elk kind kan het, met een stapsgewijze les

De auteur is : AYDIN CIHANGIR, NEDERLANDS MATHEMATISCH INSTITUUT EN BEDENKER VAN FOUTLOOS REKENEN

Het is de minister van onderwijs, Arie Slob, niet gelukt om de Tweede Kamer te overtuigen van het belang van een nieuwe rekentoets voor middelbare scholieren (Trouw, 23 januari). De toets zou – naast het plan om breuken uit het curriculum van het basisonderwijs te halen – de nieuwste oplapmaatregel zijn van de minister om het rekenonderwijs te redden.

Dat de nieuwe rekentoets niet wordt ingevoerd is goed nieuws. Met deze nieuwe en tijdelijke rekentoets zou de minister weer de focus leggen op het testen van het niveau aan het eind van de schoolcarrière, in het voorlaatste of laatste schooljaar, in plaats van het probleem aan te pakken bij het begin van de schoolcarrière, op de basisschool.

Tot op heden wordt er te weinig gerept over het feit dat het probleem in het rekenonderwijs een voortvloeisel is van het feit dat kinderen onvoldoende rekenvaardigheid bezitten als zij de basisschool verlaten. Daarom mag het duidelijk zijn dat het afschaffen van breuken of kinderen aan nog meer toetsen onderwerpen hen niet zal helpen verder te komen.

Het probleem met het te lage niveau van de rekenvaardigheid van kinderen en jongeren ligt in de basis. Kinderen wordt van begin af aan niet goed aangeleerd hoe zij moeten rekenen. Dat moet dan ook worden aangepakt.

Iets moeilijks

Verbeteringen in het fundament van het rekenonderwijs zijn hard nodig om de dramatische daling van het niveau een halt toe te roepen. Door slechte lesmethoden op de basisschool zien kinderen rekenen als iets moeilijks.

Veel leerlingen ontwikkelen daardoor niet hun rekenvaardigheid, maar juist een aversie tegen rekenen. Zij krijgen een deuk in hun zelfvertrouwen omdat het te moeilijk lijkt, terwijl het een basisvaardigheid is. Een rekentoets zal dit alleen maar erger maken.

De voorgestelde toets moest in het allerlaatste schooljaar de vaardigheden meten waarvan het fundament al op de basisschool gelegd had moeten worden. Het voorstel om een elementair onderdeel als bijvoorbeeld breuken af te schaffen, is ingegeven door een verkeerde motivatie, namelijk dat dit aspect van het rekenen nogal moeilijk zou zijn.

Rekenvaardigheid is voor allerlei gebeurtenissen in het leven van belang. Daarom moeten we het onderwijs niet uitkleden omdat we kinderen niet onzeker willen maken over hun rekencapaciteit, maar ervan uitgaan dat ieder kind foutloos kan leren rekenen.

Een wiskundeknobbel bestaat niet, goed rekenonderwijs wel. Het begint bij het duidelijk weergeven van getalsmatige concepten. Begin met hele getallen, kom daarna met kommagetallen en dan (natuurlijk) met breuken. Hierdoor worden de verschillen hiertussen voor de leerling concreet en ontdekt het kind het principe van de getalbewerkingen. Pas daarna kan een kind dit toepassen in rekenopgaven.

Het oefenen van deze getalbewerkingen leidt ertoe dat een leerling zich meer en meer veilig in de stof voelt en gaandeweg steeds makkelijker gaat rekenen. Want oefening baart kunst, na een goede instructie van de leerkracht.

Kortom, hopelijk legt minister Slob het advies om ‘moeilijke’ breuken af te schaffen naast zich neer. En maakt hij zich niet meer druk over de rekentoets aan het eind van het voortgezet onderwijs. Want dat is rijkelijk laat, zeven jaar te laat om precies te zijn. Terug naar de basis van het rekenen om uiteindelijk zelfverzekerd en met veel plezier te kunnen rekenen, dat moet de focus zijn van de minister. Niet kinderen onderwerpen aan onzeker makende toetsen en het afschaffen van fundamentele onderdelen uit de rekenvaardigheid.

Tot zover het artikel.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s